zondag 22 februari 2015

In je gedachten is het echte leven altijd ergens anders

P. 150-194

Ik zag de blote schouders van het meisje met de polkadots weer door het donker glijden, zo scherp, zo levensecht dat ik bijna mijn hand uitstak om haar aan te raken. Op dat moment besefte ik dat ik, jaren nadat ik achter mijn broer had aangelopen en mij had afgevraagd wat het was dat hem tegelijkertijd gelukkig en ongelukkig maakte, dat ik na al die tijd eindelijk was gearriveerd waar hij alweer was vertrokken, dat ik was aangekomen bij een verlangen dat zo groot was dat ik niet eens wist waar ik precies naar verlangde. Lisa had gezegd dat ik gevoelloos was omdat ze dacht dat ik al die verliefde mensen om mij heen onverantwoordelijke egoïsten vond, die wel leden onder de afwijzing van hun object van liefde, maar tegelijkertijd over een bedelaar heen stapten. Misschien heeft ze gelijk, misschien ben ik een verzuurde moralist geworden en zie ik het verschil niet eens meer tussen seks en socialisme. Ik stak mijn hand in mijn broekzak, haalde een prop papiergeld te voorschijn en riep de barkeeper. Terwijl ik een briefje van tien uit de prop nam keek ik Raph aan en maakt ik een teken dat we naar huis gingen.

Een paar dagen later ging ik de stad in en toen ik aan het eind van de middag terugkwam was Lisa verdwenen. Ik liep de kamer in, hing mijn jas aan de deur en riep haar, maar er kwam geen antwoord. Ik stond op het punt om terug te keren en naar beneden te gaan, maar zag toen een briefje dat aan de balk geprikt was: 'Ik ben terug naar Simon, Lisa.'. Ik hiel het papiertje in mijn hand en terwijl ik daar zat, herinnerde ik mij iets. Het was een flard, een zinnetje dat Lisa lang geleden had geschreven: De nacht is een mysterieus verschijnsel. Terwijl die zin door mijn hoofd ruiste doemden in het aanspoelende duister de muren op van een ander huis en zag ik mezelf langs de muren sluipen, een schim, een vlek op het donker. Er kwamen weer allemaal herinneringen te boven, dingen die papa me verteld had... Als iemand gestorven is lijkt het alsof hij verdwenen is en alles is afgelopen, maar zolang er iemand is die zich herinnert hoe die man was en wat hij heeft gedaan is hij niet echt dood. 
Die nacht belde ik Fleming. Ik zocht het kaartje dat hij me in de bar had gegeven. Ik belde hem, omdat ik zijn aanbod van Kopakker toch wou aannemen, ik kon namelijk wel wat geld gebruiken. De volgende dag pakte ik mijn rugzak, ik legde een briefje op tafel voor het geval Lisa of Raph langs zou komen en liep naar het station. Het café waar we hadden afgesproken lag achter een rood verlichte gevel waarop een gele neon-lantaarn aan- en uitflikkerde. Ik ging naar binnen, legde mijn rugzak op de grond en ging zitten. Fleming zat daar samen met Belinda, Tina en Tim. Ik voelde mij niet op mijn gemak, het was een café vol met travestieten en hoeren... Ik zette me recht, draaide mij om, duwde het zware gordijn opzij dat voor de deur hing en verliet de zaal. Buiten liep ik in de richting van de maan. Een jongetje met enorme witte gymschoenen hielp me bij het zoeken van een hotel. Ik dronk daar rustig een biertje en het jongetje een cola. Ik merkte al gauw dat dit hotel te duur voor me was, dus keerde ik terug naar het café. Daar verrees naast het felle licht van een spotje een donkere gestalte, ze stapte opzij. De ster van licht schoof achter haar haar, de rook trok weg, haar haar werd blond, haar gezicht kreeg bekende trekken... Het was Ellen!

Die avond negeerde ze me eerst, omdat ze namelijk 'danst' in Fata Morgana. Maar de nacht en volgende dag had ik samen met Ellen doorgebracht. We hadden veel kunnen bijpraten en omdat ik nog steeds geen slaapplek had mocht ik bij haar thuis op een matras slapen.

1 opmerking:

  1. Dit gedeelte in het boek vond ik minder boeiend om te lezen dan de rest uit het boek. Je kijkt uit naar nieuwe wendingen, maar je blijft een beetje op je honger zitten. Je komt weinig nieuwe zaken te weten die zouden kunnen verklaren waarom Sam zich niets meer kan herinneren uit zijn jeugd. In dit gedeelte waren vooral de gevoelens en gedachten van personages van belang en werden de gebeurtenissen bijzaak. Hierdoor vond ik het bij momenten vrij saai om te lezen. Dit is natuurlijk wel een persoonlijke mening. Het is in dit gedeelte wel duidelijk da het om dynamische personages gaat: vooral Sam en Raph evolueren doorheen het boek.



    BeantwoordenVerwijderen